Verborgen Parels
Het Baggaertshof
Het Baggaertshof werd in 1638 gesticht door de zussen Baggaert, die er twaalf huisjes en een portierswoning inrichtten voor arme weduwen en ongehuwde vrouwen. Samen met een kapel staan deze huisjes rond een rechthoekige binnenkoer. Het waren de stichters en later hun erfgenamen die beslisten wie werd opgenomen. Er werden 'regelen en ordonnantiën' voor de bewoonsters opgesteld. Zo waren de bewoonsters verplicht om vroeg thuis te zijn om de grote klok te luiden. In de kapel wordt de Heilige Dympna aanroepen tegen waanzin en epilepsie. Al eeuwenlang ligt hier een kruidentuin. In 1981 werd een medicinale kruidentuin aangelegd door de 'Werkgroep Kruiden Medici', een vereniging van apothekers en artsen uit het Kortrijkse. Er zijn meer dan tweehonderd verschillende kruiden aangeplant. Het Baggaertshof is een beschermd monument.
De stadswandelroute 'Metamorfose van de stad' komt hier voorbij.
Meer info: Baggaertshof
Open: lente en zomer 14 tot 18 uur / herfst en winter 14 tot 17 uur. Gesloten op maandag, vrijdag en feestdagen.
Sint-Antoniuskerk en Lourdesgrot
Kortrijk kende een grote bevolkingsaangroei in de negentiende eeuw. Er was dus nood aan nieuwe parochiekerken. De paters passionisten vestigden zich rond de Veemarkt en stichtten er een klooster, een school en de Sint-Antoniuskerk (1873). De kerk werd een populaire biechtplaats. Dit beschermde monument is opgetrokken in neoromaanse stijl.
Broeder Isidoor was een figuur die tot de verbeelding sprak. Hij had een wankele gezondheid toen hij in 1912 in de buurt rond de Veemarkt terechtkwam. Hij kreeg daarom in 1913 (na een jaar kok te zijn) de minder intensieve taak van portier. Hij probeerde iedereen te helpen die tijdens de Eerste Wereldoorlog naar hem toekwam, en kreeg dan ook de bijnaam ‘Broeder Goed’. Broeder Isidoor stierf in 1916, maar ook na zijn dood bleef hij mensen inspireren. In 1952 stonden alle straten vol mensen toen het lichaam van broeder Isidoor werd overgebracht naar het nieuwe praalgraf in de Sint-Antoniuskerk. In 1984 werd hij zelfs zalig verklaard.
De Lourdesgrot springt bij de meeste bezoekers meteen in het oog. De namaakgrot in de Veldstraat werd op 11 februari 1908 ingewijd door monseigneur Waffelaert, naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van de eerste verschijning van Maria in Lourdes. Een bezoek aan de Sint-Antoniuskerk wordt sinds die dag dan ook vaak afgesloten met een bezinnend moment aan de Lourdesgrot, een oase van rust in de bruisende stad.
Kelderke Gods
In de Sint-Maartenskerk kan je in een zijkapel het ‘Kelderke Gods’ betreden. Een plaats waar veel bedevaarders kwamen (en komen!) ‘dienen’ tegen allerlei onheil en ziektes, en bidden voor steun. Er zijn briefjes te vinden met boodschappen, zoals 'Hopelijk keert mijn zoon goed terug van reis', en mensen branden er een kaars. Tot voor kort kwam hier nog meer bij kijken: men kon zich laten zegenen met een tiental relikwieën, een gezegende koek krijgen, en een medaille of een lint dat men rond het zieke lichaamsdeel moest dragen.
Al in 1413 was er sprake van dit unieke plaatsje van volksdevotie. Onder het hoogaltaar werd een soort grot geïnstalleerd, waarin het tafereel van de graflegging werd uitgebeeld. Karel Delbaere uit Kortrijk beeldhouwde dit in 1894, nadat de vorige beeldengroep door een brand was vernietigd. Veel begijntjes hielden hier de wacht om de mensen te helpen, te troosten en moed in te spreken. Er staat een beeld van Maria, omdat zij 'de moeder der smarten' is. Zuster-begijn Augusta was een van de grootste bezielers van het 'Kelderke Gods'.
Wonderbeeldje van O-L-V van Groeninghe
Zo luidt het verhaal van dit wonderbeeldje: “Het Beeld van Maria van Groeninghe, Vermaerd door veel Miraeckelen is ghevonden gheweest ten jaere 1281 in eenen bosch door den Paus Martinus den IV, ende vereert aen Beatrix Gravinne van Vlaenderen int jaer 1285 de welke dan tot Roomen was ende het zelve naer Curterick ghebraght heeft.”
De legende gaat inderdaad dat gravin Beatrijs dit beeldje van een bedevaart uit Rome heeft meegenomen. Ze zou het hebben gekregen van de paus. Dat is twijfelachtig, omdat er in andere geschriften over het leven van de gravin met geen woord wordt gerept over een bedevaart naar Rome. Het blijft weliswaar een mooi fait divers. Dit prachtige 13de-eeuws gotische ivoren beeldje is te bezichtigen in de Sint-Michielskerk. Een kleine replica valt ook te bezichtigen in Kortrijk 1302. De band tussen het beeldje en de Guldensporenslag is dan ook niet min. Voor de veldslag zouden de Vlaamse troepen het Mariabeeldje met kind hebben aanroepen. Hun gebeden werden verhoord, en de Vlaamse troepen versloegen het Franse ruiterleger. Sindsdien wordt dit kunstige beeldhouwwerkje een ‘wonderbeeldje’ genoemd. Weliswaar is er geen zekerheid dat het beeldje toen al in Kortrijk was.
Tuin Messeyne
Deze stadstuin ontdek je via een onderdoorgang van het hotel Messeyne of via het Guido Gezellepad. De tuin behoorde tot een groot 19de-eeuws herenhuis van de koopman en fabrikant van linnen en kant, de heer Benoit. Hij had ook een blekerij naast het huis. Het hotel Messeyne kijkt nog steeds uit op de tuin, maar iedereen kan die bezoeken.
De pronkstukken van de tuin zijn de grillige vijver met een decoratief gietijzeren bruggetje. Het is een erg romantische tuin met paadjes, glooiende gazons en verschillende soorten bomen en struiken (linde, beuk, kastanje, okkernoot, tamme kastanje, es, esdoorn, taxus, plataan, rododendron, hortensia, boompioen, sering, berk...). Er staat ook een neogotisch prieeltje in de tuin, dat beschermd is als monument.
Locatie: Groeningestraat 17
Middeleeuws kelder
De kelder werd ontdekt in 1955 bij de aanleg van een grootwarenhuis op de hoek van de Grote Markt en de Doorniksestraat. De typische romaanse kruisbogen rusten op zware pijlers. De kelder uit het einde van de 12de eeuw behoorde tot een van de eerste stenen kelders in de stad. De aanwezigheid van de kelder wijst op de rijkdom van de toenmalige bewoners. De twee ingebouwde zuilen tonen aan dat de kelder oorspronkelijk groter was. De kelder werd in 1983 beschermd.
Locatie: hoek Grote Markt en Doorniksestraat
Preetjes Molen
Preetjes Molen is letterlijk uniek: het is de enige bewaarde zwingelmolen in Europa. Aanvankelijk gebeurt dat zwingelen met zeer eenvoudige werktuigen, maar rond 1850 wordt dit gemechaniseerd: een paar zwingelplanken worden op een draaiend rad gemonteerd dat met de voeten wordt aangedreven. Het duurt niet lang voor iemand op het idee komt om die zogenaamde stermolens op windkracht te laten draaien. Rond 1870 staan er in Heule alleen al tien zwingelmolens.
Preetjes Molen wordt in 1866 gebouwd door Ivo Deprez - vandaar de naam - en doet dienst tot 1914. In de jaren negentig volgt een grondige restauratie en worden de molen en omgeving beschermd als dorpsgezicht. Vandaag is Preetjes molen het enige nog werkende exemplaar in Europa.
Bezoeken:
Het molenerfgoed is veel meer dan de bouwwerken alleen. Ook het beroep van molenaar en alle kennis daarrond zijn minstens even indrukwekkend. Hij is een echte ambachtsman die jarenlang moet leren om zijn molen te bedienen op het ritme van de natuur, met aandacht voor de omgeving en techniek. De molenaar van Preetjes Molen staat jou graag te woord. Je kan hem iedere derde zondag van de maand bezoeken vanaf april tot en met september.
Adres: Hoge Dreef, Heule. Het fietsnetwerk Leiestreek komt hier voorbij.
TIP: vertrek vanuit Texture richting de Leie naar fietsknooppunt 10 en kies vervolgens knooppunt 63 en 14 en je passeert aan deze molen.
Open: iedere derde zondag van de maand van april tot en met september van 14 tot 17 uur | gratis
Meer info: Preetjes molen